Vlinder uitbraak
Je zit vast. Je komt niet verder. Je voelt je alsof je rondjes blijft draaien in dezelfde limbo. Oude pijn, oude trauma’s blijven opborrelen en misschien wel steeds vaker en heftiger. Gevoelens van verdriet, boosheid, schuld of schaamte blijven zich aandienen.
En ergens voel je ook: “Er is meer”. Dit kan niet de werkelijke waarheid zijn. Ergens voel je dat er een plek is met meer licht. Ergens moet er meer ruimte zijn, een nieuw begin. Je voelt een verlangen om in die ruimte te zijn, maar jouw angst laat jou niet gaan.
Het voelt vreemd en onwennig om te zien dat je een nieuwe start zou kunnen maken en dat je meer licht en liefde kunt ervaren. Je oude pijn vertelt je vanuit angst en onwaardigheid “dat het heus niet klopt”, “dat het echt niet voor jou bestemd is”.
Wat als dat wel zo is? Wat als het wel klopt?
Dat ‘ergens’, waar is dat eigenlijk? Hoe voelt dat ‘ergens’? Hoe denk je dat het daar zal zijn op die ‘ergens’ plek? Loslaten van het oude voelt heel eng. Ego wil niet loslaten. Ego zijn hele bestaan zit vast geklampt aan al het oude. Alle oude programma’s, oude verhalen, oude schema’s, denkbeelden, overtuigingen, zelfbeelden, wereldbeelden.
Ego wil dat jij gelooft dat jij niets anders dan al dat oude bent. Want als jij nieuwe dingen gaat geloven over jezelf, dan denkt ego dat het ophoudt te bestaan en die schiet in de paniek en zal jou die paniek laten voelen. Maar het is een illusie. Een illusie van angst dat het ego voor jou heeft creëert, zodat je vasthoudt aan al die oude overtuigingen. Vroeger waren die overtuigingen nodig om jou te beschermen tegen pijn en trauma. Nu houden die overtuiging jou weg van geluk en liefde.
Jij bent niet het ego.
Jij bent zo belachelijk veel groter dan dat. En jij bent dit voor jezelf aan het ontdekken, want je leest deze tekst.
Die angst die je voelt komt niet van jou, maar komt van ego en het sleept jou mee, omdat het wil dat je vasthoudt aan het oude. Ego laat jou denken dat wanneer je loslaat, dat je ophoudt te bestaan. Maar echt waar, het tegenovergestelde is waar. Als je loslaat en durft te kijken naar dat ‘ergens’ dat voelt als een nieuw begin, dan ontdek je daar de ruimte. Daar ligt de verbinding, daar ligt de liefde. Jouw ware bestaan begint dan pas echt!
Jij zit als rups in je cocon en je denkt dat dat de hele werkelijkheid is. Als rups heb jij je cocon gebouwd om zo het transformatieproces in te gaan naar het nieuwe: De Vlinder. De rups nestelt zichzelf daarmee ook voor langere tijd in ‘het oude’. In dat proces gebeurd er gigantisch veel bij de rups en uiteindelijk groeit de rups uit tot een kleurrijke Vlinder. Alleen de rups denkt nog steeds dat zij een rups is, want zij kent zichzelf nog niet anders.
Als Vlinder zit de rups nog voor enige tijd vast in die cocon. Heel langzaam krijgt de rups in de gaten dat er iets aan het veranderen is in haar. De rups wimpelt het weg vanuit al ‘het oude’. “Dat nieuwe is helemaal niet waar, want ik heb het nog nergens gezien.” Het hoofd kent alleen maar het oude. En toch voelt de Vlinder dat er iets veranderd is. Ergens voelt de Vlinder dat er een positieve nieuwe start gaande is, maar ze durft er nog niet op te vertrouwen. Ze ziet toch immers nergens licht? Alles is nog net zo donker.
Aan de ene kant wil Vlinder zo graag uitbreken, maar aan de andere kant vindt Vlinder het veel te eng om het oude bekende los te laten en het nieuwe avontuur tegemoet te gaan. Maar Vlinder is inmiddels zo groot, dat de cocon pijn begint te doen. Het oude schuurt aan alle kanten, benauwd gigantisch, tot heftige uitval van bewustzijn aan toe, het veroorzaakt schaafwonden en blaren. Een kwelling is het voor Vlinder.
En dan komt de fase waarin Vlinder besluit dat het genoeg is. De keuze is gemaakt om eruit te willen. Als er geen licht naar binnenkomt, dan moet ze misschien zelf het licht naar binnen halen. Vlinder gooit de intentie het veld in om op zoek te gaan naar de uitgang. Ze wíl de uitgang vinden. Ze is vastberaden dat ze deze gaat vinden. Dan zelf maar die scheur maken waar het licht doorheen kan komen.
De uitgang is alleen niet zomaar gevonden. De gemaakte cocon is ijzersterk en met duidelijke reden voor bescherming van het oude, zolang het nieuwe er nog niet is. Maar het nieuwe is er. Met je hoofd begrijp je het nog niet, maar je voelt het wel. Dat ‘ergens’ is het nieuwe. En de enige manier om uit de cocon te komen, is door te blijven zoeken naar die ene zwakke plek in de cocon, waar je een scheurtje kan maken. Die ene plek waar je een klein beetje ruimte voelt. Dat ‘ergens’ dat voelt als een positieve nieuwe start. En je hebt maar een heel klein scheurtje nodig om het licht binnen te laten.
De worsteling om er uit te komen is groot en deze is noodzakelijk voor Vlinder. Zij is nog jong en onervaren. Spieren zijn nog niet ver ontwikkeld en het bewustzijn is nog vol in groei. Door de worsteling met al het oude, ontwikkelt ze spierkracht om het nieuwe binnen te kunnen laten. Stukje bij beetje onderzoekt en ontdekt de rups steeds meer over haar cocon en ook over zichzelf.
Tegelijk raakt de rups ook steeds gefrustreerder. Ze is zo hard aan het ploeteren en toch kan ze die scheur niet vinden. Ze heeft steeds vaker de neiging om te stoppen met zoeken. Ze ziet steeds vaker de bevestiging van haar oude overtuiging, “dat het toch niet voor haar bedoeld is”, “dat licht en liefde niet voor haar zijn”.
Maar je bent er zo dichtbij! Die ene plek waar je die scheur kan maken, voel je al zitten, maar je durft er niet op te vertrouwen dat het echt waar is.
‘Ergens’ diep van binnen, voel je dat het beeld dat je van jezelf hebt als rups, niet meer klopt. Langzaam maar zeker ontdek je dat je een Vlinder aan het worden bent. Blijf jezelf eraan herinneren dat je op zoek bent naar dat ‘ergens’. Herinner jezelf eraan dat de angst niet van jou is, maar van ‘het oude’ is, dat jou wijs maakt dat jij dat bent.
De plek van die scheur kan overal zitten en soms op de plek waar je het niet verwacht. Onderzoek je oude pijn, je oude trauma’s, zonder jezelf erin te verliezen. Zie ze aan en ontdek dat het oude verhalen zijn die jou weerhouden van het zien van een nieuwe wereld. Zodra je dat ziet, zul je als vanzelf die nieuwe wereld zien.
Gooi zoveel als je kunt de intentie het veld in, de wil om te zoeken naar die ene plek waar je dat ‘ergens’ kunt herkennen. Laat tegelijk ook zoveel mogelijk los dat je aan het werk moet om die scheur te vinden of te maken. Zodra jij écht naar jezelf kijkt in het hier en nu en bewust wordt van het feit dat je geen rups meer bent, die bestaat uit al die oude verhalen en ervaringen en overtuigen, maar een volgroeide Vlinder, kán de cocon niets anders doen dan los scheuren.
En zodra jij gelooft dat jij ook daadwerkelijk die Vlinder bent, dan zul je als vanzelf je vleugels uitslaan en die nieuwe start maken.
Écht zien, is zoveel meer dan alleen kijken.